Bonaire part 9 - Klopgeest
Laat ik beginnen met een update: ik heb de dramaqueen ontmoet. Hier op de afdeling Financiën hebben we in grote saamhorigheid naar de ontmoeting toegeleefd. Maar de queen herself is te weinig interessant om er meer woorden aan vuil te maken, dus hier laat ik het bij. Dan kan ik het beter hebben over mijn nieuwe onderkomen: Pleinchi Blanku. Dat was even wennen deze week. Tot nu toe kwam ik na het werk iedere dag aan op mijn vakantiebestemming. Bij Djambo leefde ik tussen de toeristen en had ik veel en makkelijk contact met anderen. Bij Pleinchi Blanku is dat anders. Ik heb hier een echt huisje (2 kamers) en geen toeristen of vakantiegevoel. Minder contact dus. Mijn buurmannen zijn collega's. De ene is erg op zichzelf, de ander houdt gelukkig ook van Amstel Bright. Dat heeft al geleid tot het nuttigen van twee paracetamol bij het ontwaken op de vrijdagochtend, nadat we met twee andere collega's op donderdagavond "een hapje zijn gaan eten".
Het huis/complex is overigens van de wereldberoemde Lex Harding. Wij leven in de gastenverblijven, zijn villa staat tussen ons en de oceaan in. Daardoor heb ik net geen wifi meer op het strand, wat natuurlijk heel armoedig is. Lex wordt al wat ouder, dus doet inmiddels iets minder aan onderhoud, al heb ik niet te klagen. Ik doe gewoon zelf het onderhoud. Naast mijn slaapkamer zit een poort met een mooi houten toegangshek. De afgelopen dagen werd ik steeds wakker als er iemand naar binnen of buiten ging, want het piepte enorm. Ik heb bij de lokale Hornbach maar siliconenspray gekocht. Het bleek siliconenschuim te zijn, maar het resultaat is hetzelfde: het hek opent als een zonnetje en ik slaap als een zonnetje.
Ik heb hier ook huisdieren. Op dag 1 trof ik een kakkerlak aan die hulpeloos op zijn rug lag te spartelen in de douche. Nadat de insectenspray zijn werk had gedaan heb ik 'm verhuisd. Daarna geen kakkerlakken meer gezien. Wel een superklein hagedisje, net uit het ei denk ik. Op de foto kun je niet goed zien hoe groot hij/zij is, maar de werkelijke grootte van het beestje was ongeveer 15 milimeter. Ook grappig: het huis heeft alarm (ik weet de code niet, dus kan het niet aanzetten) met bewegingsmelders. De bewegingsmelder aan de muur zit niet meer zo goed vast aan de muur, hij hangt nog slechts aan het draadje. Gevolg is dat de bewegingsmelder van nature al beweegt...
De enorme koelkast blijft me verrassen: na een paar dagen kwam ik tot de ontdekking dat de mooie lampjes en knopjes aan de voorkant meer konden dan de temperatuur aanpassen: houdt er een glas bij en er komt heerlijk gekoeld water uit. Het gevaarte staat overigens naast de buitendeur. De eerste dagen hoorde ik met regelmaat een klop op de deur, althans, dat dacht ik. Het bleek echter een klopgeest te zijn. Na een dag of twee werd me duidelijk dat de klopgeest zich in de vriezer bevond. Daar zit een heuse ijsblokjesmachine in die volautomatisch blokjes in het gewenste formaat kan produceren (small, medium of large). Als er een blokje is geproduceerd klettert dat in een bakje. Dat klinkt dus net als een klopgeest die voor de deur staat.
Op het werk heb ik inmiddels een favoriete collega, laten we haar de fictieve naam Juanny Paulina geven, anders weet iedereen over wie het gaat. Juanny schatte mij maximaal 42 toen het onvermijdelijke onderwerp leeftijden ter sprake kwam op het moment dat een andere collega vanwege zijn verjaardag met een heerlijke taart kwam aanzetten. Toen ik mijn werkelijke leeftijd vertelde was ze oprecht geschokt, zo lief!
Over het verkeer heb ik het nog niet eerder gehad geloof ik. Dat is hier nogal relaxed. De gordel gebruiken ze niet, toeteren doen ze hier eigenlijk alleen naar bekenden, als voetganger krijg je regelmatig de ruimte om over te steken en om fietsers gaan ze hier ook met een grote boog heen. Rijden gaat hier over het algemeen in een gemoedelijk tempo. Op de boulevard zelfs traag, want daar spotten de mannen chickies. Vaak in hele oude kleine autootjes met hele grote speakers die maar net op de achterbank passen. Of in korte broek op een racemonstermotorfiets met vakkundig aangebrachte gaatjes in de knalpijp, zodat het lekker veel herrie maakt. Je moet wat, want je hebt helemaal niets aan zo een racemonster op dit eiland, tenzij je levensmoe bent. De wegen zijn hier namelijk niet geweldig, zeg maar. Ze hebben hier ook drempels, net als bij ons, maar incidenteel worden de borden ook misbruikt: de waarschuwing op de foto bleek onterecht, want ik heb daar geen drempel gezien. Wel kuilen overigens, wat dan weer hetzelfde effect heeft als een drempel. Alcohol en verkeer gaan hier ook prima samen blijkt uit een andere foto. Ze scheiden het doorgaande verkeer gewoon van het verkeer wat aan een drankje toe is. Het schijnt dat ze daar goede rum produceren, dus ik ga er nog wel eens een kijkje nemen.
En dan mijn telefoon met een lokaal nummer. Ik heb een nummer gekregen wat ooit (nog niet zo lang geleden) van iemand anders is geweest: Ebby Jules. Dat heeft al wat leuke telefoontjes, whatsapps en voicemails opgeleverd. Twee vrouwen wilde dolgraag met me duiken, een man had een heel verhaal over de kustwacht en de politie in het papiaments, ik krijg familiekiekjes toegestuurd en incidenteel een bizar filmpje. Nadat ik door een lokaal hotel gebeld werd, werd me duidelijk dat Ebby duikinstructeur was en heb ik even op de site van Ebby gekeken. Daar stond mijn telefoonnummer. Na een mailtje aan Ebby dat het goed ging met de meeste van zijn vrienden en dat ik zijn klanten doorverwees naar de concurrent heeft hij het nummer op de site aangepast.
En verder ben ik weer lekker op pad geweest. Zo loop ik nog steeds regelmatig hard. Dat gaat al beter, het tempo gaat weer langzaam omhoog, dus ik lijk aan de warmte te gaan wennen. Het zal niemand verbazen dat ik niet hardloop met mijn Nikon om mijn nek, dus jullie moeten het met een matig fotootje doen, maar tijdens het hardlopen langs de boulevard werd net "the catch of the day" binnengebracht: een zwaardvis van zo een 2,5 meter.
Na het werk loop ik ook met regelmaat om de villa van Lex heen naar het strandje. Beetje zwemmen, beetje boekje lezen, beetje wegdromen, het is daar het goed toeven in het laatste restje zon, wat ook nog eens leuke plaatjes oplevert. Met regelmaat komen er snorkels voorbij, dus dat ga ik hier ook nog eens doen.
Gisteren was er een cultureel festival in Rincon, het tweede dorp hier op het eiland. Dus ik op pad naar Mangazina di Rei. De rit ernaar toe duurde heel lang. Ik ben namelijk nogal vaak gestopt om van de uitzichten te genieten.
Na wat zoeken in Rincon vond ik uiteindelijk het festivalterrein. Naast een echt interessante permanente tentoonstelling over het verleden van Rincon en Bonaire trof ik een leuke steelband (met een enthousiaste drummer), lokale snuisterijen en vooral veel lokaal eten en drinken en etende en drinkende lokale mensen. Dat eten en drinken is hier echt wel een favoriete bezigheid, overal en altijd (ook hier) zie je mensen met styrofoam bakjes met etenswaren rondlopen. Het festival was weliswaar niet helemaal wat ik ervan had verwacht, maar ik heb me er wel prima vermaakt.
Via een andere route weer terug en daar trof ik eindelijk wat ik al veel eerder had verwacht: windmolens. Het waait hier altijd, dus windmolens zijn hier ideaal voor het produceren van energie. Of ze genoeg produceren voor het hele eiland weet ik niet, het ontbreekt me aan tijd voor gedegen achtergrondonderzoek.
Verder moest ik gisteren naar de wassalon, de al eerder genoemde Hornbach, de supermarkt en ook nog hardlopen. Druk, druk, druk dus. Hoewel ik serieuze plannen had om te gaan koken, had ik daar na het hardlopen echt geen zin meer in. Het was inmiddels half acht en de keus tussen brood en uit eten was snel gemaakt. Joe's Restaurant zit hier vlakbij en ik heb daar eerder goed gegeten. Ik zat net aan een tafeltje toen ik mijn naam hoorde roepen. Bleek dat de KLM-familie (mams is purser) die ik bij Djambo had ontmoet daar ook net was aangeschoven. Ze vroegen of ik bij ze kwam zitten en we hebben een gezellige avond gehad.
En zo is het weer zondag, na een heerlijk rustig nachtje zonder piepend hek. Tijd om te strijken en dan snorkelen met een collega. Bon Siman!