Bonaire part 7 - Mi amor

Bonaire part 7 - Mi amor

De tweede werkweek gaat al behoorlijk op een gewone werkweek lijken. Mijn ritme is nog niet helemaal ideaal, dus ik heb de wekker pas één keer nodig gehad, maar verder ontwikkeld zich langzaamaan wel een patroon: vroeg opstaan, wel of niet hardlopen langs de boulevard en uitzweten, ontbijten op de porch met het ochtendconcert van de vogeltjes, douchen en aan het werk. Het is ook hier schoolvakantie, dus regelmatig ben ik nu als eerste op de afdeling, want mijn collega's hoeven hun kids niet meer naar school te brengen (die begint achterlijk vroeg hier), waardoor ze wat kunnen uitslapen. Na het werk is het vaste ritueel ook was duidelijker aan het worden: omkleden (nieuwe zwembroek aan), plonzen, opdrogen in de laatste zonnestralen van de dag, wel of geen biertje drinken aan de bar met mijn nieuwste nieuwe vrienden, eten, netflixen ofzo en slapen.

En dan is het weer weekend. Tijd om weer op expeditie te gaan. Deel 1 van de expeditie was naar het tankstation. Je moet hier vooraf betalen, dat had ik vrij snel door, maar het tanken zelf ging wat lastiger. Blijkt dat je nog één of ander hendeltje aan de pomp moet omhalen, voordat er daadwerkelijk benzine uit de slang komt...

Dan echt op pad. Vandaag ga ik richting Lac Bay, een natuurgebied wat bestaat uit een mooie baai (duh) en een mangrovebos. Ik neem eerst de route naar Cai, het strand waar vooral de lokale bevolking naar toe schijnt te gaan. De route leidt me over een dirtroad met fantastische uitzichten. Ik val eigenlijk van de ene verbazing in de andere, want het is niet alleen mooi, maar ook heel afwisselend. Iedere paar kilometer zit je weer in een totaal ander landschap. Mijn eerste fotostop maak ik in een prairieachtig landschap met metershoge cactussen. Om de verhoudingen een beetje duidelijk te maken ook maar een fotootje genomen inclusief auto. Die is weliswaar klein voor Bonairiaanse begrippen, maar ook weer niet zo klein.

Dan weer verder en al snel zie ik in de verte een heel leger flamingo's staan. Voorzichtig rijd ik door, want ik weet niet of ze ervan door gaan als ik in de buurt kom. Uiteindelijk blijven ze gewoon doen wat ze doen, en ben ik er een meter of twintig vanaf. Prachtige beesten om te zien, dus ik blijf foto's nemen terwijl de zon in mijn nek brand. Ik word hier echt helemaal blij van.

Als ik dan eindelijk verder rijd, kom ik als snel bij het mangrovebos. Als ik zo vaak blijf stoppen, wordt het een lange dag...

Het is hier doodstil, op één enkel vogeltje na, wat een bijzonder geluid maakt. Het is even zoeken, maar uiteindelijk heb ik 'm gespot op grote afstand. Geen idee wat voor beest het is, maar dat boeit ook niet echt.

Koud in de auto sta ik al weer stil. Ineens is er een heel stuk van een oever bezaaid met rode plantjes/bloemetjes. Ook weer een bijzonder gezicht. Niet veel later aan de andere kant van de weg een zoutpan met weer die vreemde paarse kleur (die ik nog niet echt lekker op de foto krijg).

En dan ben ik ineens bij Lac, een heerlijk rustig wit strand, met prachtig blauw water. Her en der liggen enorme bergen met grote schelpen (echt veel, zo een berg is al gauw twee of drie meter hoog). De inhoud van die schelpen (ben de naam effe kwijt) schijnt heerlijk te zijn. 1 + 1 = 2: Bonairianen houden van lekker. Na een drankje bij een houten hutje loop ik wat rond en spot ik een pelikaan (toch?) en schiet ik wat plaatjes van mooie uitzichten.

Time flies en ik krijg honger. De middag is al lang en breed begonnen en ik besluit naar de andere kant van Lac Bai te rijden: Sorobon Beach. Dat is het domein van de surfbabes en surfdudes, maar ik ben hier ook welkom. Op een heerlijk plekje bij Jibe City laat ik me een lunch voorschotelen en geniet ik na van alle mooie indrukken die ik heb opgedaan.

Na een uurtje rijd ik weer terug naar Djambo en tijd voor het noodzakelijke draaien van een wasje. Gelukkig gaat dat grotendeels vanzelf en dus kan ik de rest van de dag relaxen aan het zwembad, om de dag te eindigen met mijn nieuwste vrienden aan de bar.

Iets anders: ik mis mijn schatjes in Den Haag zo af en toe best wel. Niemand hier die me dushi noemt en zo. En alleen op pad gaan hier is echt geen straf, maar samen is het toch leuker. Niet dat ik daarom maar op zoek ben naar een lokale dushi (hoor Casanova toch eens stoer praten...), maar soms overkomt het je gewoon. Op advies van een collega ging ik zaterdagavond wat te eten halen bij een foodtruckachtig tentje: de Orange Express. Op een donker weggetje doe ik mijn bestelling bij een dame die eerder Zuid-Amerikaans lijkt dan Bonairiaans. Na een kwartiertje hoor ik "Hey mi amor". Ik kijk om me heen, maar ben echt de enige op dat moment. Mijn eten blijkt klaar te zijn. Ze vraagt wat voor saus ik wil. Ik heb geen idee, dus vraag advies. Ze adviseert pistachesaus en pindasaus bij mijn mixed-grill met frietjes en salade. Ik kan me nog weinig voorstellen bij de pistache, maar laat me verrassen. "You like spicy?" vraagt ze vervolgens. Vol overtuiging knik ik, waarna ze me aankijkt met een blik waaruit blijkt dat ze er zo haar twijfels over heeft. Ze pakt één of ander pannetje en doet nog wat spicy sauce bij mijn eten. "I put it on the side" zegt ze nog tegen me, alsof ze me in bescherming wil nemen. In mijn beste Papiamento neem ik afscheid van mi amor en terug op mijn porch ga ik beginnen aan mijn diner. De aanblik van het eten is niet geweldig, maar dat komt vooral ook omdat het in zo een styrofoam afhaalbakje zit. De smaak is echter gewoon prima. Lekker geroosterd vlees, lekkere frietjes (wel een beetje kleffe vanwege de saus), en zelfs een heerlijke salade met veel verse ingrediënten. Niet echt heel spicy en ook de pistache proef ik nauwelijks, maar een prima eerste kennismaking met de lokale afhaaltoko. Misschien dat ik mi amor nog wel een keer ga opzoeken.

En dan is het ineens zondag. Als ik de was van de lijn haal spot ik een paar hagedisachtigen. Daarna is het over en moet ik er echt aan geloven: strijken. Thuis in Den Haag ben ik het wasmannetje: bijna iedere vrijdag (structuur!) doe ik de was, maar strijken doe ik nooit. Dat doet Miek d'r oma (eind 80) al jaren zonder enige vorm van dwang graag voor ons. Hier is geen oma, dus moet ik zelf strijken, want mijn collega's hier waarderen het wel als ik enigszins toonbaar op het werk verschijn. Een andere nieuwe collega verscheen van de week in een korte broek, wat hem (niet geheel onterecht denk ik) toch niet helemaal in dank werd afgenomen. Hoe dan ook: strijken gaat nooit een hobby van me worden. Wat een waardeloos werk is dat. Vreemd genoeg waren ineens ook al mijn nieuwe vrienden onvindbaar. Sta je daar dus in je eentje te strijken aan een leeg zwembad.

En zo zit er weer een week op. Ben benieuwd of ik deze week weer het MT-verslag weet te halen zonder aanwezig te zijn in Den Haag. We zullen zien.

Bon Siman!