Bonaire part 30 - Nog even maximaal chillen
Laat ik deze weer beginnen met wat bewijsmateriaal: ik kan echt (een beetje) kiten. Joyce en Sicco hebben mijn laatste kiteles een paar honderd foto's geschoten en na wat speurwerk is het gelukt er een aantal te selecteren waarop ik goed uit de verf kom. Verder nog iets van huishoudelijke aard: de foto's van Sorobon en het golfavontuur heb ik schaamteloos gepikt van Joyce, net als enkele van de foto's van het bezoek aan de Pelikaan en de Zeeland.
Zondag is mijn laatste vrije dag hier op het eiland, dus ik voel enorme druk. Ik moet tenslotte het maximale eruit zien te halen. Ik begin ’s ochtend met een bezoek aan de open dag van Defensie Caribisch Gebied. Aan de noordpier en de zuidpier liggen de Zeeland en de Pelikaan. Beide schepen zijn te bezichtigen en dat lijkt me wel wat. Beetje plaatjes schieten op zo een bootje is altijd leuk.
Maar voordat het zover is eerst maar even rustig een cappuccinootje doen en de boel observeren. We (Joyce, Sicco en ik) hebben de tijd tenslotte. Op de Zeeland is het druk. Met regelmaat staat er een rij op de loopplank, dus we kienen na de koffie een tactisch moment uit om ook aan boord te gaan. Dan is het zaak van braaf de bordjes volgen en niet van de route afwijken. Vooral de stuurhut van de Zeeland vind ik boeiend. Daar kom je in een soort sfeer van de jaren 80 terecht: ouderwetse knoppen in kleurtjes, meubilair met een print van houtfineer en ouderwetse telefoonhoorns. Het enige wat ontbreekt is een leuk kleedje en een gordijntje.
Vreemd genoeg is het schip redelijk recent, zie ik later op internet: te water gelaten in 2010. Het bezichtigen van de helikopter laten we aan ons voorbij gaan, daar staat een enorme rij mensen te wachten. Wel nemen we nog even een kijkje bij de bar. Daar valt op dat onze-jongens-in-de-West het met slechts een klein fustje Heineken moeten doen, wat best sneu is.
Terug bij de loopplank worden we verwend met een enorme goodiebag en nadat we weer veilig aan de wal zijn, besluiten we met de auto naar de Pelikaan te rijden. Dat is efficiënter dan lopen, vinden we. Op de Pelikaan is het een stuk rustiger, vermoedelijk wil niemand dat stuk lopen. Vreemd genoeg oogt de stuurhut hier veel moderner (bijna hypermodern), terwijl het schip ouder is. Verder is het ook gewoon een boot.
Na al dat oorlogsgeweld gaan Joyce en ik op pad naar Sorobon Beach Resort. Ik was daar nog nooit geweest, want iemand had me ooit eens verteld dat dat armoe was. Volgens Joyce is het wel een beetje vergane glorie, maar is het ook een must om daar in ieder geval één keer geweest te zijn. Daar gaan we dus maximaal chillen. We huren een cabana, laten een knulletje van de hotelschool een flesje wijn brengen, bestellen wat te eten en gaan aan de slag met lekker chillen. Dat kost weinig moeite. Zeker geen armoe, prima uit te houden hier. We genieten van het prachtige uitzicht over het wonderbaarlijk mooie azuurblauwe water bij Lac Bay. Wat later sluit ook Sicco weer aan en doen we nog even een fotoshoot.
Als we tegen het eind van de middag wel genoeg hebben van het chillen en de wijn, gaan we richting de minigolfbaan. Dat is dan de wereldberoemde mini-adventuregolfbaan van Hans en Karin. Ook zo een ding wat nog afgevinkt moet worden van de bucketlist. Uiteindelijk is het niet heel bijzonder, maar vooral leuk om er een keer geweest te zijn als je de uitzending hebt gezien.
Het blijft gewoon een minigolfbaan van 18 holes en dat zijn er ongeveer 8 teveel. De 18e hole kent wat hindernissen die we uiteindelijk ook weten te overwinnen, maar daarvoor moesten we wel kruipend over de baan. Sicco wint glansrijk, maar Joyce kan het hardste slaan. Bij baan 17 kreeg ze het voor elkaar haar bal in de buurt van baan 2 te laten landen.
Uiteindelijk is de schemering al ingevallen als we vertrekken en moeten we ons haasten voor het volgende programmaonderdeel. Ik drop Joyce bij haar thuis af en zelf eenmaal thuis heb ik nog net tijd voor een snelle douche en een kort kletspraatje met Miek. Dan door naar Joe’s, waar ik mijn afscheidsdiner heb gepland met Inge, Mariëlle, Dwight en weer Joyce. Het verloopt precies zoals ik had gehoopt: heerlijk ontspannen met veel lachen, lekker eten en prima wijn. Ik heb een heerlijke avond met heerlijke mensen die ik echt ga missen. Keurig op tijd breken we op en eenmaal thuis zoek ik niet heel veel later mijn bed op.
De volgende ochtend zie ik in de spiegel dat ik een aardig rood hoofd heb gekregen. Misschien moet ik de volgende keer de zonnebrand niet alleen meenemen, maar ‘m ook daadwerkelijk gebruiken. Het is de prijs die ik moet betalen als ik met een lekker bruin hoofd op Schiphol wil aankomen. Mijn laatste maandag op het werk heb ik vooral veel overleg. Zaken overdragen, afronden en finetunen. Zo heb ik die dag zelfs drie keer overleg met Geneviève, terwijl we gewoon de hele dag naast elkaar zitten. Best een prestatie toch! ’s Avonds is relaxed en start ik met een nieuwe serie op Netflix: Ozark.
Dinsdag is inmiddels een soort van zwart gat. Geen idee meer wat er precies gebeurd is die dag. Aan de drank zal het niet gelegen hebben, want er stond geen bier meer in mijn koelkast. Normaal gesproken heb ik dan een heel arsenaal aan hulpmiddelen om mijn geheugen op te frissen, maar Google locations heeft juist nu twee dagen niets geregistreerd, dus daar is geen hulp van te verwachten. Webmail van mijn RCN-account is toevallig ook eergisteren voor iedereen uitgezet (puntje uit het verbeterplan van de ICT-collega's), dus mijn agenda kan ik ook niet meer raadplegen. Wat ik nog wel weet is dat ik na het werk nog even lekker naar Te Amo Beach ben geweest. Verder weet ik dat ik home made kip met spullen heb gegeten, want dat was het enige wat ik nog in de vriezer had liggen. Het kan ook niet anders dan dat ik weer heb genetflixt, want in het vliegtuig was ik al aan aflevering vijf van Ozark toe. Leuke serie bij the way.
Woensdag is mijn laatste werkdag bij de RCN. Dat is toch best wel een raar idee, na een half jaar. Ik heb niet heel veel meer te doen, dus ik kan in een relaxt tempo mijn laatste zaken overdragen. Ik heb zelfs tijd over en die besteed ik aan het maken van een mooie (vind ik zelf) planner voor het betaalproces, uiteraard in Excel. Tijdens mijn laatste lunchwandelingetje door het centrum struikel ik over een Kralendijkse variant van het Amsterdammertje. Ik ben hier al tientallen keren langs gelopen, maar deze is me nog nooit opgevallen. Het blijkt dat ik keer op keer een historische plek ben gepasseerd zonder er ook maar één moment bij stil te staan.
Na de lunch is het echt afronden en verspreid ik mijn contactgegevens ongevraagd onder wat mensen. Vanaf drie uur kan ik inchecken voor mijn vlucht van morgen en dat is mijn laatste actie op mijn laptop. Afwezigheidsmelding aan en uit dat ding. Vervolgens al mijn spullen inleveren: laptop, sleutel, telefoon en toegangspas. Dat verloopt bijna soepel, want de telefoonbazin wordt boos omdat ik geen hoesje bij de telefoon inlever. Ze wordt nog bozer als ik uitleg dat ik bij het uitreiken van de telefoon geen hoesje heb ontvangen. Dat schijnt echter onmogelijk te zijn. Even voel ik de neiging om in discussie te gaan, maar dan - ineens - blijkt dat ik iets geleerd heb hier op het eiland: accepteren. Ik accepteer het feit dat zij vindt dat er een hoesje bij hoort, ik draai me om en ik lever de telefoon verder zonder problemen in bij haar collega. Opgelost. Terug op de afdeling ben ik net op tijd voor het afdelingsoverleg, zodat ik me mooi nog even voor de allerlaatste keer met van alles kan bemoeien. Als dat gelukt is, neem ik van iedereen afscheid en zit het er echt op. Als ik naar buiten loop, voelt het vreemd, maar wel goed. We hebben het leuk gehad en we hebben met elkaar veel bereikt en gedaan. Nu is het alleen nog spannend of alles stand blijft houden. Missen ga ik ze in ieder geval wel.
Eenmaal thuis verzamel ik alle zooi die ik niet mee naar huis wil nemen, maar ook niet weg wil gooien. Dat blijkt nog best veel te zijn en ik ben van plan dat bij Joyce in de tuin achter te laten als ik wat te eten ga halen bij Mi Amor. Wat later is dat plan echter al weer gewijzigd. Rond half zeven is het zo goed als donker en ga ik eerst naar de Kaya Pos di Amor. Daar schijnt volgens Angelique een huis te zijn met kerstversiering die ik niet mag missen. Maandag en dinsdag kwam het er niet van om die te bekijken, dus dit is mijn laatste kans. Het blijkt meer dan de moeite waard te zijn en het zijn zelfs twee huizen tegenover elkaar. Misschien wel een soort wedstrijdje tussen de overburen. Bij het eerste huis staat de deur open en de bewoners zitten gezellig in de kamer. Ik zeg ze gedag en vraag of ik foto's mag maken. Dat is geen enkel probleem.
Na wat leuke kiekjes ben ik niet veel later bij Mi Amor. Ze heeft het druk, dus ik moet wat langer wachten, maar na een minuut of twintig ga ik met twee ongezonde maaltijden en alle dit-neem-ik-niet-mee-naar-huis-zooi op weg naar Joyce. Aan de picknicktafel en onder de kerstversiering spoelen we de maaltijd weg met een wijntje. We kletsen wat af, over het werk, over het leven en over de toekomst. Het is een mooie laatste avond op Bonaire met leuk gezelschap en een lekker drankje. Oh ja, ook nog met een licht aangeschoten buurman die na zijn kerstdiner een biertje kwam drinken om vervolgens weer op weg te gaan naar een afterparty of zo.
Na mijn ontbijt op donderdagochtend gaat het inpakken van de koffers moeizaam. Om de één of andere reden ben ik niet vooruit te branden. Ik heb alle tijd, dus doe ik eerst nog even een boodschapje in Kralendijk City. Daarna gaat het beter en ineens is alles ingepakt. Alle tijd om de rest van de dag rustig aan te doen en een beetje een boekje te lezen. Als ik dat zat ben en mijn late lunch heb weggewerkt, ga ik lekker naar Te Amo Beach. Daar breng ik mijn laatste uurtjes door.
Thuis nog even douchen en dan op weg naar Flamingo Airport om mijn koffers te droppen. Dat kost veel meer tijd dan gedacht, want er gaat het één en ander niet helemaal goed. Ik heb wel een reservering voor een extra koffer, maar blijk ook een ticket te hebben waarbij geen koffer zit. Al met al dus nog steeds een koffer te weinig. Na wat gedoe moet ik $ 100,- neerleggen en mag mijn koffer mee, maar vervolgens duurt het nog een kwartier voordat het bijbehorende bewijsje uit de printer komt. Als dat allemaal geregeld is, ga ik op weg naar Windsock, voor een laatste drankje met Dwight, Mariëlle, Inge en Joyce. Ze verrassen me nog met een leuke ingelijste foto als herinnering en veel te snel moet ik al weer weg.
Na het afscheid rijd ik terug naar het vliegveld, waar ik de sleutel en de parkeerkaart onder de zonneklep van mijn Jimny prop. Geen gedoe met borg en handtekeningen en inspecties. Laat 'm maar gewoon op de parkeerplaats staan, we vinden 'm wel. In de vertrekhal tref ik Martien en niet veel later kunnen we al boarden. Dan blijkt er een meneer op mijn stoel te zitten. Die heeft een vaag verhaal dat hij met iemand voorin heeft geruild, zodat die naast elkaar konden zitten. Hij doet net alsof hij niet weet dat hij twee stoelen moet opschuiven, maar uiteindelijk schuift hij toch op. Wel drie stoelen op, zodat hij aan de andere kant aan het gangpad zit. Niet veel later gebeurt er aan de andere kant het zelfde. Alleen komt er nu een leuke jongedame. Hij beweert doodleuk dat zij de stoel in het middel heeft. Ze twijfelt, maar het lijkt erop dat ze er niet tegenin durf te gaan. Ik heb inmiddels een hekel aan het manneke, dus doe galant en schiet de dame te hulp, door de beste man nogmaals op zijn juiste stoel te wijzen. Hij schuift na een vernietigende blik een plekje mijn richting op, maar gelukkig zit er nog een stevige jongeman tussen ons in, zodat me weinig kan overkomen.
De vlucht verloopt verder voorspoedig en vanwege flinke wind mee gaan we ook nog lekker snel. Slapen lukt me echter voor geen meter. Eenmaal op Schiphol blijkt het bij de paspoortcontrole zo druk, dat de toegang tot de controle zelfs even helemaal is afgesloten. Dat duurt maar heel even en uiteindelijk kom ik, na een tussenstop bij 'het raam', bij de bagageband uit. Het wachten bij de paspoortcontrole blijkt dan zijn voordelen te hebben, want ik kan zo mijn koffers van de band plukken. Eenmaal door de douane staat er een heel ontvangstcomité voor me klaar, inclusief een prachtig mooi spandoek.
Heerlijk om iedereen weer te zien. We gaan naar huis en iedereen komt mee. Nadat we kort wat hebben bijgepraat, vertrekt iedereen en zoek ik even een uurtje mijn bed op. Daarna voel ik me weer wat fitter en de rest van de dag wen ik weer een beetje aan het thuis zijn en klets ik lekker bij met Mieke en Terra. De kat kent me ook nog en kruipt weer bij me op schoot alsof ik nooit ben weggeweest.
Ik slaap heerlijk, eindelijk weer in een kamer waar het ook na zes uur 's morgens gewoon donker is. Zaterdag ben ik een groot deel van de dag bezig met het uitpakken van mijn koffers, het opruimen van alle zooi, verder bijkletsen en eindelijk weer een spelletje doen. 's Avonds gaan we met z'n drieën uit eten, want dat hebben we wel verdiend.
En dan is het al weer zondag. De dag waarop we net als heel veel andere mensen een vermogen hebben uitgegeven bij deVan den TweelAlbert Heijn en de slijter. Daarna is het tijd voor de allerlaatste blog, die heb je net gelezen. Nu een weekje vakantie en op 2 januari weer aan de slag bij het FDC. Dat zal weer wennen zijn, maar ik heb er wel zin in.
En verder? Daarvoor geldt:
Bon pasku i feliz ana nobo!