Bonaire part 20 - Toeval bestaat niet, geluk wel

Bonaire part 20 - Toeval bestaat niet, geluk wel

Na het surfen van vorige week schoven we met zeven man/vrouw fris gedoucht aan tafel bij Joe's. Dat was het begin van weer een mooie avond. Eerst heerlijk gegeten (chicken fajitas) en daarna gingen we op pad naar het Oktoberfest bij HillSide. Hillside is een soort van resort en het feest speelt zich af rond de bar. Het personeel is heerlijk Duits uitgedost in lederhosen en dirndlkledij, maar dat is het wel zo een beetje. Bestellen kan niet eens in het Duits. Ein Bier, ein Cola und ein Weisswein bitte levert een vragende blik op. Of we ook Engels spreken. Das Oktoberfeest is een succes, maar niet voor ons. Nadat ons drankje op is, besluiten we naar Woodstock te gaan, want daar is livemuziek. Het blijkt een jamsessie te zijn en het klinkt nog leuk en lekker ook. Als ze dan ook nog Liar van mijn favoriete rockband Queen gaan spelen besluit ik even mee te jammen. Ondertussen staat bij de buren (Islander) een dikke rij voor de deur. Het schijnt dat de wereldberoemde formatie SBMG daar gaat optreden. Nooit van gehoord, vast heel goed, maar wij blijven ons vermaken bij Woodstock.

Na een korte nacht is het zondagochtend tijd voor de Swim to Klein Bonaire. Een fundraisingevenement waarbij je naar (logischerwijs) naar Klein Bonaire zwemt en weer terug. In totaal ongeveer 1,6 kilometer. Ik ben geen zwemwonder, dus ik doe niet mee, maar was wel van plan wat leuke fotootjes te maken. Blijkbaar ben ik niet zo goed uitgeslapen, want het blijkt om 9 uur al te zijn begonnen, in plaats van 10 uur. Als ik even na half 10 arriveer ben ik dus ruimschoots te laat. Een flink deel van de zwemmers is al weer op het droge. Ik kom Joyce en José tegen, die beide blij zijn met hun tijd. Harold moet hier ook ergens rondlopen, maar die zie ik nergens.

Eerder dan verwacht ben ik weer thuis en ben ik druk met mijn foto's bezig. Als ik dat zat ben ga ik lekker naar het strand. Het is er heerlijk. Niet te druk en af en toe een wolkje voor de zon. Ik lig er heerlijk te dromen, lezen, liggen en neem af en toe een duik. Ondertussen appt Joyce me "toeval bestaat niet" met een link naar een facebookevenement: vanavond boardgamenight bij The Brewery. Ik had haar een paar dagen eerder gevraagd of zij wist of er hier boardgames werden gespeeld. Ze had geen idee. Nogal toevallig dus, dat ze bij The Brewery juist nu hun eerste boardgamenight hebben. Ik twijfel, want The Brewery betekent (lekker) bier en de volgende dag is het gewoon maandag en werkdag. Na het eten besluit ik te gaan, ik drink wel een avondje alcoholvrij bier. Niet dus. Autootje dood. Net zo dood als vorige week. Maar ik weet nu wat ik moet doen: airco uit en radio uit. Maar deze keer werkt dat niet. Als er na 20 minuten proberen nog steeds geen geluid uit de auto komt, bel ik René van Fairmiles en die stuurt de wegenwacht langs. Het blijkt de startmotor te zijn die het heeft begeven. Een klap met een hamer brengt 'm weer tot leven en de motor loopt weer. De meneer van de wegenwacht zegt dat het zomaar nog een week of wat goed kan gaan, maar het kan ook zijn dat ie na vandaag nooit meer start. René wordt gebeld en die vraagt of ik hem ergens wil ontmoeten om de auto om te ruilen voor een leenauto. Ik krijg een nog veel oudere Jimny, met kapotte bekleding en zonder stuurbekrachtiging, zonder airco en zonder werkende blower. Met wat geluk is hij morgen klaar. Het is dan al zo laat dat ik afzie van de boardgamenight. Pech! Maar tegelijkertijd realiseer ik me dat ik vorige week enorm geluk heb gehad toen de auto bij Lagun ook dood was. Dat hij toen weer tot leven kwam was toeval, geluk, het lot of gewoon mazzel.

Op maandagochtend blijkt er dan meer geluk op de loer te liggen: Miek krijgt een leuke, maandelijkse, onverwachte en ongevraagde meevaller voor de rest van haar leven. Dat had ze overigens al drie dagen eerder kunnen weten, maar ze had de post opzij gelegd in de overtuiging dat het weer zo een nutteloze brief was die je formeel moet ontvangen maar nooit hoeft te lezen. Niet dus. De werkdag werkt prima en weer thuis na het werk blijkt uit niets dat er iemand langs is geweest om de koelkast te bekijken (zie vorige week), maar hij koelt goed en vriest wel aardig. Ik besluit het maar zo te laten, ik zie wel hoe lang het goed blijft gaan en ga hardlopen.

Dinsdag is een gewone dinsdag en krijg ik mijn autootje weer terug. Woensdag is het tien tien, sinds 2010 is dat een bijzondere dag hier. Op Curaçao is iedereen dan vrij, maar hier is het geen officiële feestdag. Wel is het binnen de Rijksdienst dan Waarderingsdag. Op deze dag spreekt het management haar onmetelijke waardering uit voor de inzet van de medewerkers. Dit jaar gaat dat gepaard met een heerlijk ontbijt in Rincon, het andere dorp hier op het eiland. Met twee oude Amerikaanse schoolbussen vol (ik wist niet eens dat ze hier bussen hadden) worden we naar Posada Paramira gebracht en schotelt het management ons een heerlijk ontbijt voor. Leuk en gezellig. Daarna krijgen we ook nog een presentje, waarna we weer terug gaan en aan het werk kunnen.

Woensdag is het begin van de Regatta. Een jaarlijks evenementen met bootjes, maar vooral ook met muziek, eten, drinken en allerlei activiteiten in en rond het centrum. Woensdagmiddag is de Regattarun, een hardloopwedstrijd van 5 kilometer. Ik doe mee, leek me wel weer eens leuk. Ik had vooraf geen CPC-deelnemersveld verwacht, maar een paar honderd man leek me haalbaar. Aangekomen bij de start blijkt dat er ongeveer 30 of 40 man/vrouw meedoet. Onder begeleiding van twee motoragenten en een auto van het Rode Kruis gaan we van start, gewoon tussen het verkeer, wat ons overigens alle ruimte geeft. Ik ga lekker en eenmaal bij de finish blijkt dat ik mijn beste 5 kilometer sinds ongeveer anderhalf jaar heb gelopen. Yes! Ik kon me lekker optrekken aan de andere lopers. Wel heel jammer dat hardlopen blijkbaar een oude-lullen-sport is. Mijn categorie (50+) is goed vertegenwoordigd, waardoor ik net buiten de prijzen val. In de meeste andere categorieën is dat anders: als je geluk hebt, ben je de enige loper in jouw categorie en is de eerste prijs bij de start al binnen. Onder de lopers zijn vier mensen die ik in meer of mindere mate ken: Harold, Joyce, Mary en Sicco. Zij komen allemaal uit in andere categorieën en staan allemaal op het podium. Alleen ik niet, best wel zielig. Maar met zielig doen kom je ook niet op het podium, dus ik pak later in de week mijn moment op het podium gewoon zelf.

Als ik donderdag te vroeg opsta, is het eerste wat ik denk: what the fuck! Als ik mijn uitgeruste voetjes op de grond zet, landen ze namelijk in een soort minizwembad. Bijna de hele slaapkamer staat onder een flinke laag water. Wel jammer dat mijn telefoon ook op de grond lag, naast mijn waterdichte e-reader. Ik denk dan nog dat het die nacht heel hard geregend heeft, maar zodra ik de slaapkamerdeur open, zie en hoor ik dat er een andere oorzaak is: de koelkast (uiteraard weer die koelkast). Vanachter de koelkast klinkt gesis en er rondom is alles nat. Verder zie ik een stroompje lopen naar de slaapkamer, wat blijkbaar het laagst gelegen punt van het huis is. Het geluk is blijkbaar met mij, want als ik de koelkast open doe, blijkt alles nog steeds koud. Zelfs de vriezer lijkt het nog te doen. Ik app Giovanna en ditmaal begrijpen we elkaar wel: zij stuurt iemand langs in de loop van de ochtend om de koelkast te maken en om het zwembad leeg te pompen. Ze vraagt nog of ik de stekker uit de koelkast wil halen, maar dat weiger ik. De boel is net lekker bevroren en dat wil ik zo houden. Als ik Harold ’s morgens op het werk tegen het lijf loopt blijkt zijn koelkast (= mijn tijdelijke, lang verhaal, laat maar) het volkomen begeven te hebben. Toeval? Hij bewaart zijn spullen in ieder geval tijdelijk in de koelkast van een ander appartement. Voor de zekerheid besluit ik in de middagpauze even te gaan kijken hoe het ervoor staat. Dan blijkt de slaapkamer weer bijna droog en de koelkast niet meer te sissen. Alles is nog koud en er ligt één of andere oude leiding bij de voordeur. Zou kunnen dat de waterleiding naar de koelkast (voor de ijsblokjesmachine) het had begeven en is vervangen. Het zal wel, zolang het maar werkt. Als ik 's avonds na het werk en na een uurtje strand weer thuis ben, haal ik mijn telefoon uit een zak met droge rijst (tip van Terra, die heeft ervaring met haperende telefoons). Alles doet het nog, behalve het scherm. Da's balen, of da's een mooi excuus om een nieuwe te kopen. Terug in de zak rijst dan maar. Eens kijken of de strepen en vlekken nog weg willen trekken, al heb ik er weinig vertrouwen in.

Vrijdagochtend blijkt dat de telefoon het echt niet meer gaat doen. Dat wordt dus een nieuwe. Gelukkig krijg ik volgende week bezoek van Mieke en Terra, dus die kunnen dan mooi dat pakketje meenemen. Een paar dagen geen telefoon is prima, maar een paar maanden lijkt me best lang. Het is die vrijdag heel rustig op het werk, een aantal collega's heeft vrij genomen, omdat het regattavrijdag is. Thuiswerken, afspraken buiten de deur en thuiswerken zorgen vermoedelijk voor de rest van de rust. Het is over het algemeen een grijze dag, maar als ik in de middagpauze ga wandelen schijnt de zon volop. Als ik aan de boulevard kom, blijkt dat maar plaatselijk, want boven Rincon is de lucht pikzwart en het regent daar waarschijnlijk flink.

Diezelfde regen gooit 's avonds onze plannen door de war. We wilden naar Coco Beach en daarna naar de regatta, maar aan het begin van de avond begint het te hozen. Via de app komen na de bui wat twijfels binnen of Coco nog wel een goed idee is, tot dat daar het verlossende appje komt: uit betrouwbare bron is vernomen dat Coco een zooitje is. We slaan Coco dus over en ontmoeten elkaar bij El Mundo. Daar is een Hollandse avond en daar is het heel warm. Na een biertje hebben we genoeg gezien en gehoord van de slechte meezingers en vertrekken we. De rest van de avond brengen we door bij Islander en rondom het main stage.

Op die laatste plek zijn continu optredens. Leuk om naar te kijken, vaak ook nog lekkere muziek. Ergens na middernacht staat er ineens een band op het podium met onder andere twee collega's van de ICT-afdeling. Na hun optreden is het tijd voor Ray Lauffer, van wie collega Joedrienne groot fan van is. Ze ontbreekt vanavond echter, want had gisteren een feestje wat nogal laat was geworden. Ze kon min of meer gelijk door rijden naar het werk. Ray heeft haast, want hij begint al, als de vorige act nog niet eens het podium heeft verlaten. Voor mij is dan bedtijd en ik laat Ray aan me voorbij gaan.

De zaterdag kabbelt voorbij, met veel grijze luchten en af en toe regen. Halverwege de middag besluit ik even bij de regatta in het centrum te gaan kijken. Wie weet is er een leuke wedstrijd voor de kust aan de gang of zo. Het is tenslotte regatta. Als het niks is kan ik altijd nog ergens op een groot scherm naar Nederland Duitsland gaan kijken. Zodra ik op de boulevard kom realiseer ik me dat ik een hele grote fout heb gemaakt: ik heb mijn camera niet meegenomen. Dat wat normaal een lege aanlegsteiger in zee is met één of twee sloepen, is nu een zee vol mensen, bootjes en opblaasdingessen. Ik kijk mijn ogen uit en besluit weer naar huis te gaan: ik moet mijn camera halen, want dit is te mooi om niet vast te leggen. Honderden mensen dobberen in het water, jong, oud, dik, dun, man, vrouw, iedereen heeft geweldig veel plezier en geniet van elkaar, van de drank, van de muziek en van het leven. De energie spat ervan af. Iedereen is blij en gelukkig hier. Ik sta zo maar een uur lang foto's te maken en ook te genieten. Ik denk zelfs dat ik de hele tijd een grote grijns op mijn gezicht heb gehad.

Genoeg over geluk, bon siman!