Bonaire part 12 - Remweg

Bonaire part 12 - Remweg

Ik moest even heel diep graven, want vorige week zondag was al weer heel lang geleden. Blijkbaar is dat zo een beetje het punt waar mijn kortetermijngeheugen ophoud en waar mijn langetermijngeheugen nog niet aan toe is. Ondanks die aanloopproblemen weet ik inmiddels weer dat ik (heel verrassend) ben wezen snorkelen met twee collega’s: Harold en Inge. Harold is mijn buurman die ik de dag daarvoor van het vliegveld had opgehaald. Hij had voor ons alle drie een heuse waterproof actioncam meegenomen uit Nederland. Die moesten we natuurlijk meteen testen, vooral op waterdichtheid. De camera zit in een mooie tas, samen met zo een 47 accessoires, zodat je op de meest onmogelijke plaatsen en in de meest ongemakkelijke situaties en houdingen gewoon kunt blijven filmen. Eerst naar Windsock Beach geweest, daar blijkt de camera uitstekend bestand tegen water. Later een klein stukje verderop nog een tweede snorkelsafari gedaan bij Te Amo Beach. Mooi filmen is nog wel iets anders. Dat ligt dan weer niet aan de camera, maar aan mij. Als ik de beelden later terugkijk stuitert het alle kanten op. Ook kleurt het allemaal behoorlijk blauw, maar da’s dan wel weer logisch voor een camera van dit kaliber. De allerbeste beelden van mijn debuut als cameraman wil ik jullie niet onthouden, maar stel je er niet al te veel bij voor. Ik beloof braaf te gaan oefenen en als het de moeite waard is, krijgen jullie het te zien.

Dan duurt het tot woensdag voordat er weer iets interessants gebeurt. Maar liefst drie collega’s nemen afscheid. Een van hen had ik eerlijk gezegd nog nooit gezien, maar met de andere twee, Jeroen en Eefje, heb ik ook buiten werktijd leuke uren doorgebracht. Hun tijd hier zit erop en ze gaan weer terug naar Nederland. De afscheidsborrels doen ze hier op het dakterras. Een geweldige plek met mooi uitzicht over Kralendijk. Zo een dakterras zouden ze op het Beatrixpark ook moeten hebben. Het was gezellig en ik heb me goed vermaakt. Leuk gekletst met bekenden en met onbekenden (of nieuwe bekenden, het is maar hoe je het bekijkt). Donderdag was ik vooral heel erg duf . Ik had slecht geslapen , mede vanwege een verloren gevecht met een mug. Dus donderdagavond vroeg naar bed en vrijdag weer helemaal topfit. Vrijdag was casual vrijdag hier. Op zich val ik dan niet uit de toon, maar deze keer wel. De hele afdeling had het zelfde T-shirt aan, een overblijfsel van een teambuilding dag. Wel veilig blauw, dus niet FDC-roze.

Zo is de werkweek weer voorbij, maar ik realiseer me nu dat er nog van alles gebeurd is op de werkvloer wat ik heb overgeslagen. Begin van de week zat ik bijvoorbeeld met mijn oren te klapperen, want het tussen de dames alhier gesprek ging ineens over ‘doosjes’ en over ‘klaargekomen’. Je zou het niet direct verwachten, maar het was gewoon een zakelijk gesprek. Woorden hebben hier soms net een wat andere betekenis. Later in de week gaf een collega onbedoeld/onbewust een concert op de werkvloer. Ze was met dopjes in aan het werk en ging steeds enthousiaster meezingen. Ik schat zo in dat we ongeveer een hele CD hebben kunnen meegenieten. Ze is overigens niet de enige die dat doet, er zijn hier zeker drie dames die met enige regelmaat meezingen. De muzieksmaak varieert nogal, maar is zeker niet verkeerd. Ik heb bijvoorbeeld de hele Bohemian Rhapsody van mijn favoriete rockband al voorbij horen komen. Bij vlagen niet onverdienstelijk wat de dames neerzetten, maar ik heb mijn twijfels of de stoelen ervoor om zullen draaien bij The Voice (dit krijg ik vast terug maandag…).

Vrijdagavond verloopt anders dan gepland. Ik was van plan om even wat te eten bij Joe’s en dan lui Netflixend op de bank in slaap te vallen. Als ik net zit krijg ik van Gerald (die van BXP Geel 8) een appje wat ik ga doen vanavond. Ik zeg dat ie nog kan aanschuiven als hij opschiet en dat doet hij. 20 minuten later bestellen we wat en nog wat later zitten we lekker te eten. Daarna belanden we eerst bij Islander en vervolgens bij Woodstock voor wat biertjes en gezellige praatjes. Geen Netflix dus. Dat haal ik zaterdag ruimschoots in, want ik heb uitermate beroerd geslapen en ben niet vooruit te branden. Ik ben na de was en de boodschappen zo duf dat ik half in slaap val op de bank. Dat moeten we niet hebben, dus maar even snorkelen bij de Saltpier. Kan ik mooi nog even oefenen met mijn cameraatje. Dat blijkt een gouden greep. Vrij snel stuit ik op een schildpad die ik echt heel mooi in beeld krijg. Hier had ik die camera voor gekocht. Bijna jammer dat het gelukt is, want zo mooi krijg ik het natuurlijk nooit meer.

Verder spot ik nog heel veel vis en kom ik wat Barracuda’s tegen. Er zit er één bij die zijn tanden laat zien, maar als ik gemeen teruglach in mijn hippe full-face-snorkelmasker, is hij snel vertrokken.

Dan koken en eindelijk Netflixend op de bank hangen. Het aanbod om met de buurman wat te gaan drinken bij Havanna sla ik (licht twijfelend) af. Zondag vroeg op. Ik had een fotosafari gepland naar Slagbaai, het nationale park. Ik wil hier al heel lang heel graag heen en vandaag is het zover. Ik ga heel bewust alleen, want ik wil lekker fotograferen. Dikke kans dat ik dus om de haverklap stop en daar zitten collega’s vast niet op te wachten. Het loopt allemaal iets anders dan verwacht…Bij de ingang van het park kom ik bijna niet weg. Na wat gedoe en gepruts rijdt het autootje weer, dus daar gaan we. Ik neem de lange route, heb toch tijd zat, want het is nog vroeg. Vrij snel kom ik bij Playa Chikitu, een strandje en een baaitje waar je eigenlijk niet kunt zonnen, maar waar de zee behoorlijk wild is. De golven beuken hier mooi op de rotsen.

Als ik terugloop stap ik bij de auto in een kuil en verzwik ik mijn enkel. Het doet behoorlijk pijn, maar niet zo erg dat er een traumahelikopter nodig is. Het is mijn linkerenkel en ik rijdt in een automaat, dus dat komt wel goed.

Bij Boka Chikitu spot ik nog een mooi uitzichtje en vervolgens kom ik bij Suplado Blow Hole. Da’s wel grappig: de golven komen op een bepaalde manier tussen de rotsen waardoor het water er uit ‘geblazen’ lijkt te worden.Dan kom ik bij Boka Kokolishi, een prachtig baaitje. Daar loopt een spierbundel rond met een aantal hele leuke dushi’s. Hij is driftig foto’s aan het maken van de gewillig poserende dames. Als ze mij spotten willen ze dolgraag met me op de foto. Ik ben de beroerdste niet, dus dat kan. Ik ben alleen wel vergeten foto's te maken van het baaitje. En dat was echt wel de moeite waard!

Iets verderop licht Malmok, wat een idyllisch plaatje van een ruïne van het vuurtorenhuisje oplevert. Als ik daar wegrijdt vinden mensen mij ineens minder aardig. De uitlaat is ergens gebroken of kapot of iets, met als gevolg da de auto heel veel herrie maakt. Ik heb weinig keus, dus ik rij door. Bereik is hier niet, dus het verhuurbedrijf kan ik niet bellen. Die leveren ook geen service in dit park.

Bij Boka Bartol (weer een baaitje) is het klaar. De remmen van de auto begeven het. Daar sta je dan in het nationale park, nog 20 kilometer tot de uitgang, geen bereik en meer kuilen en keien dan wegen. Wederom heb ik weinig keus en ik rijd voorzichtig verder na wat uittesten van de remweg enzo. Als ik horizontaal rijd, kan ik nog een klein beetje remmen, als ik omhoog rijd uiteraard ook, maar naar beneden is wat lastiger.

Als het niet te stijl gaat kan ik met de rem volledig ingetrapt stapvoets naar beneden. Dat is af en toe nog best lastig, met één hand sturen tussen de kuilen door en de andere aan de handrem. Als het een keer heel stijl naar beneden gaat knijp ik ‘m wel even. De maximumsnelheid in het park is 25 km/u. Ik ga op dat moment, rem volledig ingedrukt, keurig 25 km/u. Het gaat goed, maar leuk vind ik het niet meer. Ik kan niet echt meer genieten van de mooie uitzichten, dus besluit ook niet meer te stoppen. Ik kom nog wel een keer terug. Na ruim een uur kom ik met een natte rug bij de uitgang. Daar bel ik het verhuurbedrijf en in het eerstvolgende dorp spreken we af. Hij ziet heel snel dat er een remleiding is doorgeroest en is totaal niet verrast. De auto’s roesten hier goed zeg maar. De uitlaat is verder bijzaak. Ik krijg tijdelijk een dikke pickup te leen en hij neemt de auto mee. Ergens in de loop van de week krijg ik ‘m weer terug.

Eerder dan verwacht ben ik weer thuis. Het was een teleurstellende fotosafari, maar het heeft wel een natte rug en een mooi verhaal opgeleverd. Zo meteen bier en burgers drinken en eten bij Joyce, een SZW-collega. Het is ‘bring your own’. Ik realiseer me nu dat ik het Bier en Burgers nogal letterlijk heb genomen. Ik heb vlees en ik heb drank, maar heb totaal niet gedacht aan iets van brood, salade of een sausje. Kan dus een wat eenzijdige maaltijd worden…Bon Siman!